Er kleeft misschien één piepklein nadeel aan heerlijk vrij wonen in het buitengebied. Gedurende de zomerperiode komt je hele vriendenkring alleen nog maar bij jou op bezoek, waardoor je zelf nauwelijks van je erf af komt. Vrienden uit de Randstad strijken opgelucht neer aan de picknicktafel in ons weiland, kinderen rennen door de boomgaard en honden kunnen hun geluk niet op tijdens zo’n lange dag buiten op een uitgestrekt terrein vol hazen, holen en allerlei interessante, nieuwe luchtjes.
Zeker in tijden waarin de horeca vanwege een hardnekkig virus haar deuren moet sluiten en er amper nog leuke uitstapjes te verzinnen zijn, vormt ons huis een aangename vluchthaven in het leven van onze naasten. Ze bezwijken bijna onder thuisonderwijs, burengerucht, een leven op een paar vierkante meter buitenterrein en de dagelijkse irritaties van het leven in dichtbevolkte woonwijken.
Opgewekt ontkurken wij in het zomerseizoen dus dozen vol wijn, stoken de barbecue op, draaien quiches en salades in elkaar, vegen de terrassen aan, serveren broodjes met allerhande beleg en smeersels, schudden de tuinkussens op, zorgen dat de tuin er adembenemend mooi bij ligt en toveren de lekkerste baksels uit onze keuken. Na zo’n fijne dag op het platteland vertrekt men weer: voldaan van hun ‘escape to the country’. Er wordt getoeterd bij vertrek, handen wuiven uit het autoraam totdat een stofwolk op het zandweggetje ze aan het zicht onttrekt.
Na zo’n fijne dag op het platteland vertrekt men weer: voldaan van hun ‘escape to the country’
Het is heerlijk om een unieke plek op het platteland te delen met vrienden, familie en bekenden. Er is altijd ruimte genoeg en we hoeven niet bang te zijn dat we anderen storen met onze verhalen en vrolijkheid. Maar soms, heel soms, verlang ik naar de tijd dat we zelf ook eens met een fles wijn onder de arm konden aanschuiven voor een etentje. Naar de reuring van de stad. Naar dat prettige voorgevoel dat je krijgt van iets moois aantrekken en je hakken uit de kast halen. Soms heb ik heimwee – naar wat was of wat ook kan zijn.
Wil ik dan terug naar de bewoonde wereld? Terug naar het gemak en comfort van een leven binnen de bebouwde kom? Aanvankelijk dacht ik dat een grote tuin bij een huis in het midden des lands wellicht dezelfde rust en ruimte zou bieden als ik hier ervaar. Maar inmiddels weet ik wel beter. Deze plek is zo fijn, omdát ‘ie ver van alle reuring af ligt. Dat maakt de mentaliteit van de mensen anders.
Bijna iedereen heeft ruimte genoeg, dus vrijwel niemand heeft een kort lontje. Hier halen mensen geen levensgevaarlijke capriolen uit om een tractor in te halen, maar wachten rustig tot de bestuurder ergens afslaat. Hier kijkt men niet naar hun telefoon, maar naar de lucht om te zien of er regen aan komt. Hier groet je de ander als je elkaar op het fietspad passeert. Hier weet de bakker wie je bent en wat je het liefste eet.
Wil ik dan terug naar de bewoonde wereld? Terug naar het gemak en comfort van een leven binnen de bebouwde kom?
Wil je optimaal van landelijke rust en ruimte genieten, dan volstaat niet alleen dat prachtige boerderijtje of een groot terrein. Dan moet je werkelijk kiezen voor een leven ver weg van een stadse omgeving en daarmee niet alleen de nadelen, maar ook de voordelen durven loslaten. Escape to the country dus. Gelukkig hebben wij inmiddels een heleboel etentjes in sprankelende omgevingen tegoed!
Deze column is eerder verschenen in Landidee (april 2022, nummer 4), een uitgave van Vipmedia.