Onlangs zwierf er een televisiefragmentje over internet waarin cabaretier Jochem Myer voor het programma Over Leven in gesprek gaat met de geweldige interviewer Coen Verbraak. Het fragment was al jaren oud, maar kennelijk bleef het mensen intrigeren. Jochem beschrijft in het gesprek hoe hij heel bewust zijn geluk in steeds kleinere dingen zoekt en dichter bij huis probeert te vinden. Als je weet dat je gelukkig wordt van wandelen, dan hoeft dat misschien niet in Noorwegen maar kun je ook naar de Veluwe gaan. Het intense geluksgevoel dat je op een prachtig strand op de Malediven overvalt, kan je ook ervaren met je kinderen op het voetbalveld. De tweehonderdste keer optreden in Carré maakt hem niet gelukkiger dan de tiende keer. “Er zit namelijk geen gradatie in geluk”, zei Jochem.
Als je weet dat je gelukkig wordt van wandelen, dan hoeft dat misschien niet in Noorwegen maar kun je ook naar de Veluwe gaan.
Mooi, vond ik dat. En heel herkenbaar bovendien. Ik heb in mijn leven ongelooflijk genoten van schitterende reizen, de mooiste bestemmingen en fenomenale uitzichten. Van een elfgangendiner in een driesterrenrestaurant. Van theatervoorstellingen op de eerste rij. Maar als ik eerlijk ben, ervaar ik bij alledaagse huis-, tuin- en keukenmomenten een minstens zo groot geluksgevoel als bij al deze bijzondere uitspattingen. Dat eerste kopje koffie van de dag in de tuin. De kop van je hond op je voeten. Vlinders of vogels die voor het keukenraam langs fladderen. En dan moet ik soms ineens aan mijn vader denken. Toen ik als puber naar festivals wilde of op stap in de Grote Stad, morde hij altijd en zei steevast: “Daar heb je toch niets verloren?” Een tergende uitspraak vond ik dat. Nee, ik heb daar niets verloren – maar wie weet wat ik er zou kunnen vinden! Wellicht is dat je jeugdigheid: het gevoel dat de wereld aan je voeten ligt en alles nog moet, kan en zal gebeuren. Mijn vader was ouder en wijzer. Ik ben blij en dankbaar dat hij me ondanks zijn weerstand toch alles zelf liet ontdekken. Maar nu ik ouder word, begrijp ik steeds beter wat hij bedoelde.
Ieder mens wordt gelukkig van andere dingen. We moeten allemaal zelf op zoek naar wat geluk voor ons betekent. Het helpt daarbij wanneer je beseft dat er inderdaad geen gradatie bestaat in geluk. Je wordt niet per se gelukkiger van iets groots, duurs of moeilijks dan van iets heel eenvoudigs. Dat betekent dat je de dingen waarvan je gelukkig wordt soms betrekkelijk gemakkelijk voor jezelf kunt creëren. Je hoeft niet per se een marathon te lopen: gewoon een stukje rennen is ook goed. Je hoeft geen groot feest te organiseren voor je verjaardag: een taartje eten met je beste vriendin is net zo feestelijk. Je hoeft niet op Ibiza te gaan wonen om ‘s nachts duizenden sterren aan de hemel te zien: je kunt ook een B&B boeken in de Achterhoek of op de Waddeneilanden.
Je hoeft niet op Ibiza te gaan wonen om ‘s nachts duizenden sterren aan de hemel te zien.
“Maar”, zei Coen Verbraak aan het einde van hun gesprek bijna ontzet tegen Jochem Myer: “Dat kán betekenen dat je uiteindelijk thuis op de bank eindigt.” Het was overduidelijk een afgrijselijk schrikbeeld voor de interviewer. Maar de ogen van Jochem lichtten op en hij zei in alle rust: “Als me dát lukt… dat zou toch waanzinnig zijn?” Wat een mooi geluid in deze tijd. Op zoek naar kleine geluksmomenten, heel dicht bij huis. Hoef je ook niet naar plekken toe waar je niets verloren bent.
Deze column is eerder verschenen in Landidee (januari 2025, nummer 1), een uitgave van Vipmedia.