Voor de allerlaatste keer loop ik door de tuin van mijn ouderlijk huis. Ik sta stil bij het zonnige hoekje, waar mijn moeder lag te zonnen tot de rimpels in haar decolleté bijna zwart waren. Bij de plek waar mijn vader, in zijn hart altijd een boerenzoon gebleven, toch een paar geitjes wist te huisvesten. Bij de eikenboom, waaronder we schaduw vonden in warme zomers. Bij het terras in de luwte, waar we van bakstenen en een rooster een barbecue bouwden.
Een van de laatste schatten uit mijn ouderlijk huis
Op de hoek bij de vijver zie ik ineens een klein, stenen vogelbadje staan. Het zit onder het mos, maar het losse musje van steen dat je met een steker in de rand kunt zetten, staat er nog op. Als klein meisje vond ik het fantastisch om naar de mussen en koolmeesjes te kijken, die voorzichtig bij hun stenen soortgenootje in het water hupten.
Verrukt pak ik het vogelbadje op. Een van de laatste schatten uit mijn ouderlijk huis. Over enkele dagen geven we de sleutels aan een nieuw gezin. Hun dochter, net als ik vroeger een meisje met lange vlechten, heeft haar slaapkamer al gekozen. De mijne, waar het behang met kleine blauwe bloemetjes nog op de muur zit. Zal zij hier ook over veertig jaar nog eenmaal door de tuin dwalen en overmand worden door emoties? Iets herontdekken, dat zij in de komende jaren samen met haar ouders deze tuin in gaat dragen?
Het vogelbad krijgt een ereplaatsje in onze eigen tuin. Op het grote erf dat we betrokken hebben en dat je nog maar amper kent wanneer je de koopovereenkomst tekent, vind ik regelmatig soortgelijke schatten. Een paar stenen kippetjes onder de heg, die pas zichtbaar werden toen er flink gesnoeid was. Een stokoud metalen hekwerk, helemaal overwoekerd. De brokstukken van een stenen hond, op een berg puin achter de bramenstruiken.
Waarom halen we eigenlijk zoveel nieuwe spullen in huis, als er zoveel valt te hergebruiken?
Al die stukken hebben een geschiedenis die ik niet ken. Toch herstel ik ook deze dingen graag in ere. Waarom halen we eigenlijk zoveel nieuwe spullen in huis, als er zoveel valt te hergebruiken? Het oude hek is de mooiste begeleider van rozen en clematis. Zinken emmers met gaten in de bodem doen uitstekend dienst als plantenpotten. Een houten dakdeel uit het verlaten kippenhok staat nu als verweerde ladder in de boomgaard. En de brokstukken van de stenen hond heb ik weer op elkaar gestapeld. Zijn snuit ontbreekt. Maar als je hem op een bepaalde manier neerzet, zie je daar niets van.
Alles wat voorbij gaat, stemt me weemoedig. Soms maakt het zelfs verdrietig. Maar als je dicht bij de natuur staat en goed om je heen blijft kijken, voelen dingen van lang geleden soms ineens weer heel dichtbij. Alles gaat voorbij. En alles is er nog.
Deze column is eerder verschenen in Landidee (oktober/november, nummer 6), een uitgave van Vipmedia.