Ik schrok er eigenlijk een beetje van. Het was nog maar net augustus, maar de heide begon onmiskenbaar paars te kleuren. Dat had me niet hoeven verbazen, want achterin de tuin had ik aan de bramenstruiken al een paar dikke, blauwe exemplaren zien hangen. Paarse heide, rijpe bramen… ze vormen voor mij een eerste voorbode van het einde van de zomer. Het zou niet lang meer duren of de tuincentra zouden weer vol bolchrysanten staan. De plant kan er niets aan doen en verdient eigenlijk beter, maar ik heb ronduit een hekel aan hem. Alleen maar omdat hij een van de laatste bloeiers in het assortiment is en dus een voorbode van de naderende herfst vormt.
Het zou niet lang meer duren of de tuincentra zouden weer vol bolchrysanten staan
Wat kwam de zomer traag op gang dit jaar. Wat heb ik gemopperd op al die regen, de lage temperaturen en zoveel wind. “Als dít de klimaatverandering in Nederland is, ga ik emigreren”, riep ik meerdere malen chagrijnig door het huis. “En waar ga je dan heen?”, vroegen anderen. Tsja. Waar kun je nog heen tegenwoordig? In de landen met van oudsher zo’n heerlijke zonzekerheid tijdens je vakanties is het inmiddels dikwijls meer dan veertig graden en wordt de lokale natuur geteisterd door bosbranden. Oók niet echt een plezierig klimaat. Andere landen hebben net als wij wisselvallig weer, overstromingen, onvoorspelbare temperatuurpieken en natte records. Maar ik zou zo graag maandenlang iedere ochtend een cappuccino willen drinken in de zon. Elke avond buiten kunnen eten. Zonder jas naar buiten, elke ochtend een willekeurige zomerjurk uit de kast trekken, borrels en etentjes organiseren zonder die dag manisch ieder uur de buienradar te hoeven checken. Ik houd zó van de zomer.
“Het kan nog mákkelijk”, zeiden mensen om me heen, wanneer ik verzuchtte dat het nota bene al augustus was en de zomer zich nog steeds niet echt in volle glorie had laten zien. Of: “Het najaar kan ook heel mooi zijn.” Dat kan ik niet ontkennen. Maar ik bedacht weemoedig dat ook op warme dagen de avonden in augustus alweer zo heel anders zijn dan middenin de zomer, dat de dagen in september alweer merkbaar korter worden en dat het gras nat is in de ochtenden, waardoor je niet meer zomaar op blote voeten de tuin in loopt. Wat overigens, eerlijk is eerlijk, dit jaar met een overdaad aan naaktslakken sowieso geen heel goed idee was. Ik mis de zomer al voordat ‘ie is vertrokken of in dit geval goed en wel begonnen is.
Dus van de vele pompoenen in allerlei soorten en maten, op het platteland voor een habbekrats verkrijgbaar bij stalletjes langs de weg, moet ik totdat het bijna oktober is nog helemaal niets hebben. Pas wanneer het assortiment al danig is uitgedund, sla ik tóch nog mijn slag om de tuintafels en een bankje bij de achterdeur te decoreren. Misschien leg ik er zelfs wat kastanjes bij. OK herfst, kom er dan maar in. Maar beloof me dat je vele zonnige en mooie dagen gaat brengen dit jaar. Dat het niet zo eíndeloos zal regenen zoals afgelopen jaar. En dat je overgaat in een knisperend koude winter, met strakblauwe luchten en zonneschijn. Als de zomer dan niet eindeloos kan duren en we de seizoenen tegen wil en dank omarmen, laat die seizoenen dan alsjeblieft ook allemaal hun eigen charme en temperaturen brengen.
Deze column is eerder verschenen in Landidee (november 2024, nummer 9), een uitgave van Vipmedia.